Bij H 10 Het mannetje op je schouder, een zakelijke tekst schrijven
Bij H 10 Het mannetje op je schouder, een zakelijke tekst schrijven
Bij H 10 Het mannetje op je schouder, een tekst schrijven met een zakelijk doel - brainstormen
- beeldend schrijven
- schrijfstijl
- kleine leesbril
Beginnen, methodes om te brainstormen over een onderwerp
-Vrij schrijven/ free writing: naar aanleiding van een woord of beginstukje van een zin achter elkaar doorschrijven zonder je pen van het papier te halen en zonder na te lezen wat er al staat, dan gaat het ‘mannetje op je schouder’ alweer aan het werk. Houd dit minstens 5 minuten vol, 10 is beter. Laat je niet afleiden, schakel de telefoon en andere stoorzenders even uit. Een startzin is bijvoorbeeld WIEB: ‘Wat ik eigenlijk bedoel, is….’ of WIEZ: ‘Wat ik eigenlijk wil zeggen is, dat…….’ Pas na 5 of 10 minuten schrijven doorlezen en aanstrepen wat je bruikbaar lijkt.
Associëren: alle steekwoorden opschrijven die rond dit onderwerp in je opkomen. Liefst je startwoord in het midden van een blanko blad zetten, de rest erom heen. Dit lijkt op een mindmap.
Vragen stellen, aan jezelf of elkaar. De 5 W’s zijn altijd een goede start: wie, wat, waar, wanneer en waarom. Kan uitgebreid worden met bijvoorbeeld voor- en nadelen
Metaforen bedenken: vergelijk je onderwerp met iets anders bijvoorbeeld: je werk lijkt op een berg rijstebrij waar je je doorheen moet vreten. Een metafoor werkt alleen als ie klopt en niet te cliché is.
Filmisch schrijven: wees beeldend en concreet ‘Roeien met de riemen die je hebt’, ‘Alle zeilen bijzetten’: het Nederlands zit vol uitdrukkingen uit de waterwereld. Je hoeft niets uit te leggen, de beelden vertellen de boodschap. Iemand die met gebogen schouders zit te huilen, is niet vrolijk, dat hoef je niet te zeggen. In Amerika noemt men dit principe: ‘Show, don’t tell’. De boze man/vrouw die slaat, toont op die manier de woede - woordloos.
Filmisch of beeldend schrijven maakt teksten levendiger, aantrekkelijker. Ook laat je de feiten voor zich spreken, zodat je lezers hun eigen conclusies kunnen trekken.
Hoe kun je filmischer schrijven?
Je gebruikt de zintuigen, laat voorbeelden zien ofwel: je gaat te werk als een cameraman/vrouw. Je laat het in de typkamer ruiken naar zweet en de stem van de bazin krijsen als een meeuw.
Je kunt ook werken met cijfers: een op de acht Nederlandse kinderen is te dik. Dát is veel!
Toon personen in plaats van processen: het verhaal van de aardbeving verteld door een verpleegteam zonder ziekenzalen.
Je bent specifiek: De man heeft niet een vervoermiddel maar… een auto; nee hij heeft een ….Renault, een ….rode Renault, en wel: een rode Renault 10. Ja, nu zien we het voor ons!
Je kunt ook werken met vergelijkingen: een slechte kies lijkt op een bouwput; een bouwvakker voelt zich ‘uitgewoond’ door zijn werk.
Speel met de toon van je tekst: schrijfstijl Begin je je brief met ‘geachte’ of met ‘beste’? Zegt de leraar: ‘Wel wel, wat een intelligentie’, of: ‘Jammer, je bent er nog net niet’? De toon maakt alles uit, en dat geldt ook voor schriftelijke mededelingen. Vaak is een schrijver zich niet bewust van die toon. In een column stelt de schrijver bijvoorbeeld iets aan de kaak. Afhankelijk van zijn lezers kiest hij voor een spottende, grappige of moralistische toon. Een groep hard rockers waardeert misschien de cynische toon, terwijl de ouderen in de wijk zich erdoor geschoffeerd voelen.
Hoe maak je een toon? Het geheim zit vaak op woordniveau. Schrijf je in de u- of de jij- vorm? Noem je iemand een ‘slungel’ of een ‘langbenige jongeman’? Probeer eens de toon van de tekst van een ander te benoemen. Markeer in die tekst woorden die zorgen voor de toonzetting. Vervang ze door andere. Zet actieve zinnen om in passieve; raadpleeg een synoniemenwoordenboek. Doe daarna hetzelfde met je eigen tekst. En als je het eens helemaal anders wil doen, overdrijf dan flink! Schrijf niet spottend, maar gemeen. Gebruik de ergste (warmste, plechtigste) woorden, je kunt ze altijd weer vervangen.
Lees als inspiratie het boekje ‘Stijloefeningen’ van Raymond Quenaeu, vertaald door Rudy Kousbroek. Hij begint met een neutrale basistekst, over een jongeman in een tram in Amsterdam. Daarna herschrijft hij die tekst op 99 manieren: achterstevoren, in de kleur rood, chagrijnig, als een koopman etcetera. Dit spel kunt je zelf ook spelen. Probeer eens om dezelfde neutrale tekst plechtig, joviaal, wetenschappelijk, bloemrijk, dichterlijk, pikant op te schrijven. Al spelend ontdek je misschien onvermoede registers!
Leesbril voor een zakelijke tekst Als een tekst (bv. je artikel of foldertekst) naar buiten gaat, ga je in de lezersversie naar je eigen tekst kijken met de ogen van een lezer. Bij het opzetten van de lezersbril kun je de volgende criteria gebruiken:
De tekst is begrijpelijk - Goede structuur - Geen onnodig moeilijke woorden en zinnen - Zo beknopt als nodig De tekst is aantrekkelijk - Beeldend, concreet - Persoonlijk, dichtbij - Actief geschreven Het is natuurlijk nog beter als je meelezers om feedback kunt vragen. Dat geeft jou als schrijver vanzelf al meer afstand tot je tekst.