Bij H 17 Ik ben het melkmeisje van Vermeer: een monoloog schrijven
Bij H 17 Ik ben het melkmeisje van Vermeer: een monoloog schrijven
17 Ik ben het melkmeisje van Vermeer, een monoloog schrijven Een monoloog schrijven vanuit een bedacht personage
De monoloog is een mooie vorm omdat je je helemaal inleeft in één persoon of voorwerp. Tevens is het een relatief eenvoudige vorm, omdat je maar te maken hebt met 1 aspect.
Je hebt misschien zelf een verzameling afbeeldingen van personen of voorwerpen, maar je kunt ook bladeren in een tijdschrift of kunstboek of catalogus, of naar een museum gaan en dwalen langs de schilderijen. Bij deze opdracht gaat het om fictie. Het zou anders werken om te schrijven vanuit een foto van een dierbare persoon uit je eigen omgeving.
Als je het leuk vindt je eens te verdiepen in een bepaalde tijd, kun je deze opdracht, net als in hoofdstuk 17, doen met een historische afbeelding. In de beschrijving van les 17 in het boek lees je de tekst van Meike bij een schilderij van het Paleis op de Dam, uit de Gouden (17e) Eeuw. Je kunt aan deze teksten lezen dat de leerlingen wel iets weten over de periode, en dat er allerlei associatievragen zijn beantwoord over kleuren, geuren en beelden. Het werden filmische verhaaltjes met inleving.
Maar je kunt ook hier en nu blijven. Over wie of wat ga je schrijven? Kies altijd de afbeelding waar je aandacht als het ware vanzelf naar toe gaat- al weet je niet waarom. Je intuïtie laat je merken dat daar ‘iets zit.’ Verzamelen Kies een afbeelding van een persoon of voorwerp.
Welk voorwerp heb je gekozen? Schrijf op. Of een persoon: geef die een naam.
Je beantwoordt alle vragen nu vanuit die persoon of dat voorwerp, jij bent die persoon of dat voorwerp.
Associatievragen
Waar is dit?
Welk moment (jaartal, maand, seizoen, uur van de dag)?
Hoe ruikt het daar? Wat hoor je voor geluiden?
Wat voel je? (bv. koud, zacht, hobbelig)
Wat zie je allemaal? Beschrijf als een filmpje. Gebruik ook kleuren.
Wat proef je?
Wat doe jij daar? Wat zou je willen doen?
Wat denk je bij jezelf?
Zijn er bepaalde woorden of zinnetjes die jij vaak gebruikt bv. ‘Eh…’ of ‘Nou zeg’.
Als dit een plaatje (een shot) uit een film is, wat zou er volgens jou op het volgende plaatje kunnen gebeuren?
Als jij dit schilderij/deze afbeelding een naam zou mogen geven, hoe noem je het dan?
Eerste versie
Je hebt nu een schatkist vol woorden en ideetjes. Laat jouw voorwerp of persoon vertellen, je begint dus met ‘ik’. Denk ook aan de stopwoordjes.
Versterken
Lees je monoloog hardop voor aan jezelf.
Zou iemand inderdaad zo kunnen praten? Soms maak je de zinnen te lang, of de woorden te ingewikkeld.
Komt er uit hoe deze persoon/dit voorwerp zich voelt?
Heb je iets laten zien van het decor (omgeving, tijdstip)?