De eerste les van de cursus 'kinderboeken schrijven en illustreren'. Alweer voor de de achtste keer geef ik deze met collega Hettie Franken. We hebben bijna altijd een wachtlijst, het is een gewild thema.
De cursisten -naambordje voor zich op tafel- zitten te schrijven. Over een (voor)leeservaring van vroeger. Sommigen vallen direct aan op hun papier; anderen zitten een tijd te peinzen, fronsen hun hoofd. Zou ik duidelijk genoeg zijn geweest? 'De gewijde stilte van het schrijven', je kunt een speld horen vallen.
Nu het nog zo stil is, ben ik benieuwd hoe straks hun stemmen zullen klinken. 'Nog een halve minuut'. De een gooit bij dat bericht de pen direct neer, anderen blijven maar doorschrijven. Ik moet altijd een midden zoeken tussen de snellen en degenen die er langer over doen.
En dan is daar de overgang van het stille schrijven naar het moment dat je je kenbaar maakt met je tekst. Het is de eerste in deze cursus, daar komen extra zenuwen bij vrij. 'Ik heb de opdracht vast niet goed begrepen'. 'Het is nog geen geheel'. We spreken af dit soort inleidingen achterwege te laten. Laat de luisteraars er maar iets van vinden dat je wellicht verrast. En bovendien, dat ongemak hoort erbij als je iets van jezelf preseneteert.
Ik geef de eerste beurt aan mijn linkerbuurvrouw, en we raken met ons allen verzeild in de wereld van het kinderboek: stiekem lezen onder de deken, Arensdoog, je moeder om steeds hetzelfde verhaal vragen, de geur van een nieuw boek. Ineens gaat het om de verhalen, en niet meer om wie ze schrijft. De eerste drempel is genomen.
Reageer
Door op Verzenden te klikken gaat u akkoord met onze Privacyverklaring (AVG)